Toetredingsonderhandelingen

Zoals overeengekomen op de Europese Raad in december 2004, zijn op 3 oktober 2005 toetredingsonderhandelingen van start gegaan met de goedkeuring van het onderhandelingskader door de Raad van de Europese Unie. "Onderhandelingskaderdocument" houdt rekening met de ervaringen met het vijfde uitbreidingsproces en met het zich ontwikkelende acquis. Het kader omvat de beginselen die van toepassing zijn op de onderhandelingen, de inhoud van de onderhandelingen, de onderhandelingsprocedures en de lijst van onderhandelingshoofdstukken.

Dit document bestaat uit drie fundamentele elementen waarop de onderhandelingen zullen worden gevoerd.

1. Voldoen aan de politieke criteria van Kopenhagen zonder uitzonderingen en het assimileren en versnellen van de politieke hervormingen,

2. Het EU-acquis tot stand brengen en toepassen,

3. Het opzetten en versterken van de dialoog met het maatschappelijk middenveld en in dit verband een communicatiestrategie ondernemen die gericht is op zowel de Europese als het Turkse publiek.

Deze drie elementen worden gecoördineerd door het ministerie van EU-aangelegenheden door afzonderlijke en specifieke mechanismen op te zetten.

De start van toetredingsonderhandelingen zou niet mogelijk zijn tenzij Turkije tot op zekere hoogte niet aan de criteria van Kopenhagen had voldaan. Vanaf dat moment wordt de vooruitgang van Turkije nauwlettend gevolgd door de EU.

Hoewel economische criteria in geen van de onderhandelingshoofdstukken aan de orde komen, zullen de verbeteringen op dit gebied een punt van belang zijn vanwege het potentieel om als criterium te worden gebruikt voor de verdere opening van hoofdstukken. Daarom is het de plicht van Turkije om een duurzaam economisch beleid te voeren, monetaire onevenwichtigheden te verminderen en inflatie te bestrijden met begrotingsdiscipline.

Toetredingsonderhandelingen beschrijven het tijdsbestek dat Turkije krijgt om het EU-acquis volledig en effectief over te nemen in haar eigen rechtsstelsel.

Het EU-acquis verwijst naar het totale corpus van het EU-recht. Het bestaat uit ongeveer honderdtwintigduizend pagina's.

Het bevat de verdragen op basis waarvan de EU is opgericht, de wijzigingen in deze verdragen, de verdragen die de eerder bezochte landen hebben ondertekend en de wetgeving die is vastgesteld door de EU-commissie, de EU-Raad, de Europese Gemeenschap en het EU-Hof van Justitie.

Het EU-acquis is onderverdeeld in 35 hoofdstukken. Deze hoofdstukken zijn als volgt;

1) Vrij verkeer van goederen

2) Vrij verkeer van werknemers

3) Recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening

4) Vrij verkeer van kapitaal

5) Overheidsopdrachten

6) Ondernemingsrecht

7) Intellectueel eigendomsrecht

8) Mededingingsbeleid

9) Financiële diensten

10) Informatie Maatschappij en media

11) Landbouw en plattelandsontwikkeling

12) Voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid

13) Visserij

14) Transportbeleid

15) Energie

16) Belastingen

17) Economisch en monetair beleid

18) Statistieken

19) Sociaal beleid en werkgelegenheid

20) Ondernemingen en Industriebeleid

21) Trans-Europese netwerken

22) Regionaal beleid en coördinatie van structurele instrumenten

23) Justitie en grondrechten

24) Justitie, vrijheid en veiligheid

25) Wetenschap en onderzoek

26) Onderwijs en cultuur

27) Milieu

28) Bescherming van consumenten en gezondheid

29 ) Douane-unie

30) Externe betrekkingen

31) Buitenlands, veiligheids- en defensiebeleid

32) Financiële controle

33) Financiële en begrotingsbepalingen

34) Instellingen

35) Overige kwesties

De toetredingsonderhandelingen zijn begonnen met de eerste fase van het proces, "screening". De belangrijkste bijdragers aan dit proces zijn Turkse bureaucraten en de leden van de Europese Commissie. Het belangrijkste doel van screening is om het toetredingsproces te versnellen. Het is het proces waarin informatie over de wetgeving onder het acquis wordt verstrekt, de verschillen tussen EU-wetgeving en wetgeving van de kandidaat-lidstaat worden bepaald, en een brede kalender van het toetredingsproces en de mogelijke obstakels die dit in de weg kunnen staan proces worden bepaald.

Kort nadat de EU-toetredingsonderhandelingen op 3 oktober 2005 van start waren gegaan, werd het screeningproces gestart met een bijeenkomst over het hoofdstuk "Wetenschap en onderzoek" op 20 oktober 2005. Het screeningproces voor alle onderhandelingshoofdstukken werd op 13 oktober 2006 afgerond.

Na voltooiing van het screeningproces voor een bepaald hoofdstuk, verstrekt de EU-commissie de lidstaten een screeningrapport. De beoordelingen en stellingen in dit document spelen de cruciale rol om te bepalen of het hoofdstuk klaar is om te worden geopend. In deze rapporten beoordeelt de EU-commissie de informatie die Turkije tijdens het screeningproces heeft gegeven en besluit op basis van deze informatie of Turkije klaar is voor de opening van het specifieke hoofdstuk. Aan het einde van dit document stelt de EU-Commissie ofwel de opening van het hoofdstuk voor volgens de gegeven informatie ofwel presenteert ze de openingscriteria waaraan moet worden voldaan om dit hoofdstuk te openen.

Details van het hoofdstuk van het acquis:

Hoofdstuk – 1 Vrij verkeer van goederen

Inhoud van hoofdstuk

Het hoofdstuk vrij verkeer van goederen is een van de vier fundamentele vrijheden van de Europese Unie. In dit verband wordt gestreefd naar het vrije verkeer van industriële goederen die door lidstaten op de interne markt van de Unie worden gebracht en industriële goederen die volgens specifieke regels in de Unie worden ingevoerd zonder enige technische belemmering voor de handel binnen de Unie.

Om het vrije verkeer van goederen mogelijk te maken; de aanpassing van de technische wetgeving en de totstandbrenging van de nodige infrastructuur, waaronder de openbare laboratoria die de conformiteit van producten op de markt controleren en derde instanties (conformiteitsbeoordelingsinstanties en aangemelde instanties) die producten testen en certificeren voordat ze op de markt worden gebracht, zijn verplicht.

Hoofdstuk 2 – Vrij verkeer van werknemers

Inhoud van hoofdstuk

Het concept van vrij verkeer van werknemers betekent vrij verkeer van arbeid, net als andere economische factoren in de interne markt van de EU, zonder enige belemmering. Het vrije verkeer van werknemers is een van de fundamentele beginselen die door de Europese Unie worden gegarandeerd.

De wetgeving op grond van dit hoofdstuk regelt het recht van EU-burgers om voor een baan in een andere lidstaat te werken zonder onderworpen te zijn aan discriminatie op grond van nationaliteit op het gebied van arbeidsvoorwaarden, sociale steun en belastingen.

Hoofdstuk 3 – Recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening

Inhoud van hoofdstuk

Recht van vestiging en vrijheid van dienstverlening is een van de vier vrijheden (vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal) van de interne markt. Het omvat industriële, ambachtelijke en commerciële activiteiten, evenals de activiteiten van zelfstandigen. Dit hoofdstuk bestaat uit drie hoofdgebieden:

Richtlijn betreffende recht van vestiging en dienstverlening

Richtlijnen betreffende de erkenning van beroepskwalificaties

Richtlijnen betreffende postdiensten

Hoofdstuk 4 – Vrij verkeer van kapitaal

Inhoud van hoofdstuk

De vrijheid van kapitaalverkeer is een van de vier fundamentele vrijheden naast het vrije verkeer van goederen, personen en diensten om de werking van de interne markt van de EU te ondersteunen. Hoofdstuk 4- Vrij verkeer van kapitaal zet de beginselen uiteen om te zorgen voor volledige liberalisering op het gebied van kapitaalverkeer en betalingen en betalingssystemen. Daarnaast bevat het maatregelen om het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering te voorkomen. Vrij verkeer van kapitaal is cruciaal voor een open, geïntegreerde, concurrerende en effectieve financiële markt en financiële dienstverleningsstructuur in heel Europa.

Hoofdstuk 5 – Overheidsopdrachten

Inhoud van hoofdstuk

Naast de algemene beginselen inzake transparantie, gelijke behandeling, vrije concurrentie en non-discriminatie omvat het EU-acquis inzake overheidsopdrachten de uitvoering van gemeenschappelijke specifieke procedures voor overheidsopdrachten voor werken, leveringen en openbaredienstcontracten die door openbare instellingen in de Europese Unie en de regels voor klachten en onderzoeken.

Hoofdstuk 6 – Ondernemingsrecht

Inhoud van hoofdstuk

De vennootschapsrechtwetgeving bestaat uit twee hoofdcomponenten: "vennootschapswetgeving" en "boekhouding en controle". De regels met betrekking tot bedrijven omvatten de belangrijkste principes over registers, fusies, splitsingen, belemmeringen, filialen, aandeelhouders en vorderingen. De regels inzake boekhouding en controle regelen de balansen van vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en naamloze vennootschappen en financiële verslaglegging, controle en boekhoudprincipes.

Hoofdstuk 7 - Intellectueel eigendomsrecht

Inhoud van hoofdstuk

Wetgeving op het gebied van intellectueel eigendomsrecht bestaat uit twee onderverdelingen als auteursrechten en industriële eigendomsrechten.

Auteursrechtwetgeving omvat de wetgeving die gericht is op de bescherming van de rechten van rechthebbenden die allerlei soorten intellectuele en artistieke werken maken, evenals de naburige rechten van uitvoerende kunstenaars, producenten van fonogrammen, radio- en televisieomroepen en filmproducenten.

Hoofdstuk – 8 Mededingingsbeleid

Inhoud van hoofdstuk

Het doel van het mededingingsbeleid van de Europese Unie en het daarmee verband houdende acquis is het tot stand brengen van een interne markt waar economische actoren die in de lidstaten actief zijn, onder gelijke voorwaarden met elkaar concurreren.
Door middel van het mededingingsbeleid heeft de Europese Unie restrictieve regels ingevoerd voor de onrechtmatige beperkingen van de concurrentie om een effectieve werking van de markteconomie mogelijk te maken. Deze regels vormen een systeem dat zorgt voor voortzetting van de concurrentie op de interne markt.

Hoofdstuk 9 – Financiële diensten

Inhoud van hoofdstuk

Het acquis op het gebied van financiële diensten (hoofdstuk 9) omvat regels voor de vergunningverlening aan, de werking van en het toezicht op financiële instellingen op het gebied van bankieren, verzekeren, aanvullende pensioenen, beleggingsdiensten en effectenmarkten, om de stabiliteit van en eerlijke concurrentie tussen financiële instellingen.

Dit hoofdstuk behandelt vier hoofdgebieden: bank- en financiële conglomeraten, verzekeringen en bedrijfspensioenen, infrastructuur voor financiële markten, effectenmarkten en beleggingsdiensten. Ook zijn de bescherming van consumenten van financiële diensten geregeld, evenals de wijze van samenwerking tussen de toezichthouders voor de financiële markt.

Hoofdstuk 10 - Informatie Maatschappij en media

Inhoud van hoofdstuk

Het internet en digitale technologieën hebben onze wereld elke dag snel veranderd. Om die reden is de Europese Commissie vastbesloten om de interne markt van de EU te harmoniseren met het digitale tijdperk. Het acquis met betrekking tot digitale transformatie valt onder de informatiemaatschappij en media - hoofdstuk 10 voor alle kandidaat-lidstaten van de EU.

Hoofdstuk 11 – Landbouw en plattelandsontwikkeling

Inhoud van hoofdstuk

Het acquis op het gebied van landbouw en plattelandsontwikkeling omvat voornamelijk de steun (ook aangepast voor verschillende producten) die wordt verleend aan landbouwers en andere actoren (bijv. verwerkers) in de landbouw, productiequota voor sommige producten, invoerbeperkingen en tarieven. Het acquis dekt ook het EU-beleid voor plattelandsontwikkeling dat maatregelen invoert om te voorzien in de behoeften van de landbouw- en plattelandsgemeenschap met lagere inkomensniveaus, om hun inkomens te diversifiëren en om de basis te leggen voor de uitvoering van dit beleid, zoals planning, programmering, monitoring en evaluatie , financieel beheer en controle, en systemen en administratieve structuren.

Hoofdstuk 12 - Voedselveiligheid, veterinair en fytosanitair beleid

Inhoud van hoofdstuk

Dit hoofdstuk bestaat uit drie ondertitels:

  • Voedselveiligheid;

Het acquis inzake voedselveiligheid omvat wetgeving inzake consumentenbescherming, hygiëne- en presentatieregels, mechanismen die de voedselveiligheid waarborgen en officiële controles. Daarnaast zijn er strengere regels voor de behandeling van voedsel en het op de markt brengen, met name hygiënecriteria voor dierlijke producten.

  • Veterinair:

Veterinaire wetgeving, die een belangrijk onderdeel van het acquis op landbouwgebied vormt, heeft voornamelijk betrekking op wetgeving inzake veeteelt en intracommunautaire handel in dierlijke producten, uitroeiing en bestrijding van dierziekten, technische en administratieve voorschriften voor producten van derde landen en controles op producten van dierlijke oorsprong.

  • fytosanitair:

Onder deze ondertitel regels over de bestrijding van schadelijke organismen, gebruik van plantenpaspoorten in de handel, toelating van bestrijdingsmiddelen, quarantainemaatregelen, residuen van bestrijdingsmiddelen in producten van plantaardige oorsprong, kwaliteit van zaad en zaailingen en het in de handel brengen van deze producten.

Hoofdstuk 13 - Visserij

Inhoud van hoofdstuk

Het acquis in dit hoofdstuk bevat regels voor het behoud van levende aquatische hulpbronnen en het beheer van de vlootcapaciteit; controle en handhaving; structurele acties voor actoren in de sector en dus het beheer van het EU-visserijfonds; implementatie van gemeenschappelijke handelsnormen en gemeenschappelijke ordening van de visserijmarkt en betrokkenheid van producentenorganisaties bij de handhaving van deze regels.

Aangezien het erg belangrijk is om deze regels vast te stellen, wordt speciale nadruk gelegd op de beoordeling van bestaande visbestanden en het verzamelen van betrouwbare gegevens over de visserijsector.

Hoofdstuk 14 – Transportbeleid

Inhoud van hoofdstuk

Het hoofdstuk Transportbeleid omvat de volgende onderwerpen:

  • Wegvervoer
  • Zeevervoer
  • Luchtvervoer

De belangrijkste gebieden die worden geregeld door het hoofdstuk over het vervoersbeleid van de EU zijn de volgende;

De belangrijkste principes van het wegvervoerbeleid zijn het creëren van een duurzaam, efficiënt, veilig en veilig wegvervoersysteem door de negatieve milieueffecten ervan te verminderen. In het kader van deze beginselen wil de EU efficiënt vervoer van passagiers en goederen over de weg bevorderen, eerlijke concurrentie mogelijk maken, veiligere en milieuvriendelijkere technische normen harmoniseren, een minimumniveau bieden voor financiële en sociale harmonisatie, en niet-discriminerende implementatie van wegvervoer vervoersregels van de Unie.

De EU-wetgeving inzake spoorvervoer regelt de liberalisering van de markt, interoperabiliteit en institutioneel kader, spoorwegveiligheid en toegang tot infrastructuur, interne markt, goederenvervoer, passagiersrechten, werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden van de sector.

Vanwege de mondiale dimensie van het zeevervoer wordt deze vervoerswijze meestal gereguleerd door deelname aan of omzetting van internationale verdragen die zijn aangenomen door de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) over arbeidsomstandigheden of door de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) op de andere gebieden van het zeevervoer. In het kader van de maritieme wetgeving van de EU worden de kwesties van markttoegangsvoorwaarden en eerlijke concurrentie, staatssteun in de maritieme sector, maritieme veiligheid en beveiliging, arbeidsomstandigheden en bescherming van het mariene milieu gereguleerd.

Tot slot omvat het acquis op het gebied van luchtvervoer zaken als; toegang tot de markt, luchtverkeersbeheer, luchtvaartveiligheid, luchtvaartbeveiliging, milieu, grondafhandeling, consumentenbescherming. Met deze wetgeving werd de EU-luchtvaartsector een vrije en geharmoniseerde markt.

Hoofdstuk 15 - Energie

Inhoud van hoofdstuk

Energiebeleid van de Europese Unie

Het energiebeleid van de EU is gebaseerd op drie principes:

  • Concurrentievermogen-Bevoorradingszekerheid-Duurzaamheid
  • De EU streeft naar een evenwicht tussen deze doelstellingen bij het vaststellen van het energiebeleid. De EU-wetgeving legt de basis voor een concurrerende, gekwalificeerde, diverse en kosteneffectieve energiemarkt. Dit zou de weg vrijmaken voor een meer georganiseerde en efficiënte manier om verschillende sectoren te bereiken voor het gebruik van energie. Volgens de EU-wetgeving zijn er gemeenschappelijke regels van toepassing op markttoegang, organisatie, werking, aanbestedingsprocedures en autorisatiemethoden. Liberalisering in de elektriciteits- en gassector biedt kansen voor investeringen door actoren uit de particuliere sector.

    Om de uitdagingen van klimaatverandering aan te pakken, is het ontwikkelen van beleid voor duurzame energie een van de belangrijkste onderdelen van het energiebeleid van de EU. Met goedkeuring van de Raad heeft de Europese Commissie drie doelen gesteld om de energie-uitdagingen tegen 2020 aan te pakken:

    • Het energieverbruik met 20% verminderen
    • Het aandeel van hernieuwbare energiebronnen met 20% verhogen en het gebruik van biobrandstoffen in het transport met ten minste 10% verhogen
    • De uitstoot van broeikasgassen met 20% verminderen

    Hoofdstuk 16 - Belastingen

    Inhoud van hoofdstuk

    Het hoofdstuk bestaat uit de aanpassing van de Turkse belastingwetgeving aan die van de EU op het gebied van directe belastingen (personenbelasting en vennootschapsbelasting); harmonisatie van indirecte belastingen (Belasting Toegevoegde Waarde-BTW en Accijnzen); afschaffing van dubbele belasting en voorkoming van belastingontduiking, alsmede administratieve samenwerking op belastinggebied.

    Hoofdstuk 17 – Economisch en monetair beleid

    Inhoud van hoofdstuk

    Het hoofdstuk over economisch en monetair beleid behandelt voornamelijk de onafhankelijkheid van centrale banken in de lidstaten, het verbod op monetaire financiering van de publieke sector door centrale banken en het verbod op bevoorrechte toegang van de publieke sector tot financiële instellingen.

    Naast de wetgeving op dit gebied vormen de afstemming op het principe van een openmarkteconomie op basis van vrije concurrentie, het eenheidsmuntbeleid en de doelstellingen voor prijsstabilisatie de basis van dit hoofdstuk.

    Hoofdstuk 18 - Statistieken

    Inhoud van hoofdstuk  

    Het acquis op het gebied van statistieken vereist het bestaan van een statistische infrastructuur die is gebaseerd op beginselen als onpartijdigheid, betrouwbaarheid, transparantie, vertrouwelijkheid van individuele gegevens en verspreiding van officiële statistieken. Nationale bureaus voor de statistiek fungeren als referentie- en ankerpunten voor de methodologie, productie en verspreiding van statistische informatie. In dit opzicht wordt van de nationale bureaus voor de statistiek verwacht dat zij zich aansluiten bij het Europees statistisch systeem (ESS), dat verwijst naar het partnerschap tussen het bureau voor de statistiek van de EU (Eurostat) en de nationale bureaus voor de statistiek en dat streeft naar de productie van vergelijkbare statistieken bij de EU- niveau, over de onderstaande onderwerpen:

    • Het produceren van vergelijkbare statistieken voor lidstaten en kandidaat-lidstaten in termen van definitie en methodologie, • Overnemen van EU-normen met betrekking tot definitie, methodologie, classificatie, publicatiefrequentie, enz. • Gebruik van coherente en vergelijkbare statistische gegevens in het onderhandelingsproces.

    Hoofdstuk 19 – Sociaal beleid en werkgelegenheid

    Inhoud van hoofdstuk

    Hoofdstuk 19- Sociaal beleid en werkgelegenheid is gericht op het vergroten van de werkgelegenheid, het verbeteren van de arbeids- en levensomstandigheden, het opzetten van mechanismen voor sociale bescherming op passend niveau, het bevorderen van de dialoog met de sociale partners, het ontwikkelen van menselijke hulpbronnen om duurzame werkgelegenheid te garanderen, het bestrijden van armoede en sociale uitsluiting en het bieden van gelijke kansen kansen voor mannen en vrouwen.

    In dit verband omvat dit hoofdstuk beleidsterreinen zoals arbeidsrecht, gezondheid en veiligheid op het werk, gelijkheid van vrouwen en mannen, antidiscriminatie, sociale dialoog, werkgelegenheid, sociale inclusie en bescherming.

    Huidige fase van de onderhandelingen over het hoofdstuk

    In de periode van het Duitse voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie (19 januari 2007) werd vastgesteld dat aan twee openingscriteria moest worden voldaan om onderhandelingen over dit hoofdstuk te kunnen openen.

    De eerste benchmark gaat over het waarborgen van volledige vakbondsrechten in overeenstemming met de EU-normen en relevante IAO-conventies met betrekking tot het recht om zich te organiseren, het recht om te staken en het recht om collectief te onderhandelen, zowel in de publieke als de private sector.

    Tweede ijkpunt is de indiening van een actieplan voor de geleidelijke implementatie en handhaving van het relevante acquis ten behoeve van het gehele personeelsbestand.

    Met betrekking tot de eerste benchmark werden twee wetten aangenomen om volledige vakbondsrechten te garanderen in overeenstemming met de EU-normen. De wet op de vakbonden en collectieve arbeidsovereenkomsten met het nummer 6356 is in werking getreden bij de publicatie ervan in het Staatsblad nr. 28460 van 7 november 2012. De wet tot wijziging van de Wet op de ambtenarenvakbonden is in werking getreden bij de publicatie ervan in het Staatsblad nr. .28261 van 11 april 2012.

    Wat betreft de tweede openingsbenchmark werd het actieplan opgesteld en naar de Europese Commissie gestuurd.

    Hoofdstuk 20 – Ondernemings- en industriebeleid

    Inhoud van hoofdstuk

    Het ondernemingen- en industriebeleid van de EU kent drie beleidslijnen; namelijk het ondernemingenbeleid, het industriebeleid en sectorspecifieke maatregelen die gericht zijn op het verbeteren van het concurrentievermogen. Het acquis onder dit hoofdstuk bestaat grotendeels uit beleidsbeginselen die zijn vastgelegd in mededelingen, aanbevelingen en Raadsbesluiten van de Commissie die niet hoeven te worden geharmoniseerd.
    Deze beginselen zijn gericht op structurele aanpassing, het creëren van het beste ondernemingsklimaat, het verhogen van interne en externe investeringen, het ondersteunen van kleine en middelgrote ondernemingen (kmo's), onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten (O&O)/innovatieactiviteiten en ondernemerschap. In dit opzicht doorkruist het hoofdstuk ondernemings- en industriebeleid verschillende horizontale beleidsterreinen.

    Hoofdstuk 21 - Trans-Europese netwerken

    Inhoud van hoofdstuk

    Het doel van het beleid inzake trans-Europese netwerken (TEN) is de integratie van een interoperabele Europese infrastructuur op het gebied van vervoer, energie en telecommunicatie, en in dit verband technische normen en prioritaire projecten van gemeenschappelijk belang te identificeren en financieringsinstrumenten te ontwikkelen voor de uitvoering van deze infrastructuurprojecten. Het basisdoel van het TEN-beleid is het creëren van een interne markt voor deze drie sectoren en zo de werking van de Europese interne markt te vergemakkelijken.

    Hoofdstuk 22 – Regionaal beleid en coördinatie van structurele instrumenten

    Inhoud van hoofdstuk

    De Europese Unie heeft haar “Regionaal beleid” ontwikkeld om de sociaal-economische ongelijkheden tussen lidstaten en tussen regio's in hetzelfde land te verkleinen en zowel sociaal-economische integratie als cohesie te verzekeren. "Coördinatie van structuurinstrumenten" omvat de oprichting van institutionele en administratieve structuren en de uitvoering van algemene verordeningen en specifieke verordeningen met betrekking tot elk structuurfonds en elk Cohesiefonds dat de financiële instrumenten van de EU zijn.

    Hoofdstuk 23 – Rechtspraak en grondrechten

    Inhoud van hoofdstuk

    Het EU-beleid op het gebied van de rechterlijke macht en de grondrechten is erop gericht de Unie in stand te houden en verder te ontwikkelen als een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. In dit verband is de instelling van een onafhankelijke en efficiënte rechterlijke macht van het grootste belang en zijn onpartijdigheid, integriteit en een hoog niveau van rechterlijke uitspraken essentieel voor het waarborgen van de rechtsstaat. Wettelijke garanties voor eerlijke procesprocedures en effectieve bestrijding van corruptie behoren tot de voorwaarden voor lidmaatschap. Aan het einde van de toetredingsonderhandelingen moeten kandidaat-lidstaten ervoor zorgen dat de fundamentele rechten en vrijheden, zoals gewaarborgd door het acquis en het Handvest van de grondrechten, worden geëerbiedigd.

    Hoofdstuk 24 – Gerechtigheid, vrijheid en veiligheid

    Inhoud van hoofdstuk

    Het EU-beleid is erop gericht de Unie in stand te houden en verder te ontwikkelen als een ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Wat betreft kwesties als grenscontrole, visa, externe migratie, asiel, politiesamenwerking, bestrijding van de georganiseerde misdaad en terrorisme, samenwerking op het gebied van drugs, douanesamenwerking en justitiële samenwerking in strafzaken en burgerlijke zaken, moeten de lidstaten naar behoren toegerust om het groeiende kader van gemeenschappelijke regels adequaat uit te voeren. Dit vereist vooral een sterke en goed geïntegreerde bestuurlijke capaciteit binnen de wetshandhavingsinstanties en andere relevante instanties, die aan de nodige normen moeten voldoen.

    Hoofdstuk 25 - Wetenschap en onderzoek

    Inhoud van hoofdstuk

    Het acquis in hoofdstuk 25 - Wetenschap en onderzoek vereist dat de lidstaten zorgen voor de nodige uitvoeringscapaciteiten om de doelstellingen en activiteiten van de Gemeenschap op het gebied van onderzoek en technologische ontwikkeling na te streven. Dit hoofdstuk vereist geen omzetting van EU-regels in nationale wetgeving. De uitvoeringscapaciteit in de context van het hoofdstuk Wetenschap en Onderzoek houdt verband met het bestaan van de noodzakelijke voorwaarden voor de efficiënte deelname van de Turkse onderzoeksruimte aan communautaire programma's.

    Hoofdstuk 26 – Onderwijs en cultuur

    Inhoud van hoofdstuk

    Onderwijs-, jeugd-, sport- en cultuurbeleid vallen in de eerste plaats onder de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten, de EU overweegt samenwerking te bevorderen in het kader van gemeenschappelijk beleid, zoals verhoging van de kwaliteit van onderwijs, opleidingsniveau, inzetbaarheid, culturele dialoog, behoud van de culturele rijkdom , gemeenschappelijk cultureel erfgoed en ter versterking en ondersteuning van samenwerkingsactiviteiten tussen lidstaten (Verdrag betreffende de werking van de EU, artikel 165-167).
    Het acquis met betrekking tot dit hoofdstuk bestaat uit aanbevelingen, conclusies van de EU-Raad, actieplan-beleidsprogramma's en strategiedocumenten en een richtlijn betreffende het onderwijs aan de kinderen van migrerende werknemers. Bovendien wordt van de lidstaten verwacht dat ze over de nodige uitvoeringscapaciteit beschikken om effectief deel te nemen aan de EU-programma's (zoals Erasmus+) die verband houden met dit hoofdstuk.

    Hoofdstuk 27 – Milieu en klimaatverandering

    Inhoud van hoofdstuk

    Het milieuacquis omvat wettelijke regelingen op het gebied van luchtkwaliteit, waterkwaliteit, afvalbeheer, natuurbescherming, beheersing van industriële verontreiniging en risicobeheer, chemicaliën, lawaai en klimaatverandering, evenals horizontale kwesties die alle gebieden van milieubeheer in het algemeen bestrijken. Bovendien omvat het milieu-acquis ook een aantal internationale overeenkomsten. Aanpassing aan het milieu-acquis en de implementatie ervan vergen serieuze investeringen.

    Hoofdstuk 28 – Consumenten- en gezondheidsbescherming

    Inhoud van hoofdstuk

    Het hoofdstuk bestaat uit twee rubrieken: consumentenbescherming en volksgezondheid.

    De wetgeving inzake consumentenbescherming omvat regels over producten met gebreken, misleidende advertenties, consumentenkredieten, verkoop aan huis en verkoop op afstand, enz. Het consumentenbeleid van de EU omvat ook de algemene productveiligheid en regels voor de bescherming van de economische voordelen van consumenten. Het doel van algemene productveiligheid is dat producten die in de handel worden gebracht, moeten voldoen aan de productveiligheidseisen die zijn vastgelegd in hun relevante technische wetgeving en dat ze dus geen gevaar mogen opleveren voor de gezondheid van de consument.

    Volksgezondheid omvat gebieden zoals overdraagbare ziekten, organen, bloed en bloedbestanddelen, weefsel en cellen, aan tabaksproducten gerelateerde schade, effecten van elektromagnetische velden op de menselijke gezondheid, kanker, voeding en geestelijke gezondheid.

    Hoofdstuk 29 – Douane-unie

    Inhoud van hoofdstuk

    In het hoofdstuk Douane-unie zijn de voorschriften opgenomen met betrekking tot het goed functioneren van de douaneruimte van de Europese Unie en de bescherming en controle van de buitengrenzen van de Unie bij het binnenkomen en verlaten van goederen. De belangrijkste voorschriften in dit verband zijn het douanewetboek van de Europese Gemeenschap en uitvoeringsvoorschriften, evenals de uitvoer van door piraterij verkregen en namaakgoederen, stoffen die worden gebruikt bij de productie van drugs en cultuurgoederen op het gebied van douane.

    Hoofdstuk 30 – Buitenlandse betrekkingen

    Inhoud van hoofdstuk

    Het hoofdstuk buitenlandse betrekkingen behandelt de economische en handelsbetrekkingen van de Unie met derde landen en internationale organisaties en de regelgeving inzake internationale samenwerking en bijstand. Het acquis op dit gebied bestaat voornamelijk uit wetgeving die lidstaten rechtstreeks bindt en hoeft dus niet in nationaal recht te worden omgezet.

    Hoofdstuk 31 – Buitenlands veiligheids- en defensiebeleid

    Inhoud van hoofdstuk

    Het acquis met betrekking tot dit hoofdstuk is gebaseerd op rechtshandelingen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB) van de EU en indirect op juridisch bindende internationale overeenkomsten. Dit acquis is ook gebaseerd op politieke verklaringen en afspraken gemaakt om de politieke dialoog in het kader van het GBVB in stand te houden, in overeenstemming te zijn met EU-verklaringen en waar nodig sancties en beperkende maatregelen op te leggen.

    Hoofdstuk 32 – Financiële controle

    Inhoud van hoofdstuk

    Het acquis op het gebied van financiële controle betreft de goedkeuring van internationaal aanvaarde en EU-conforme beginselen, normen en methoden voor interne financiële controle bij de overheid die van toepassing zullen zijn op de internecontrolesystemen van de gehele publieke sector, met inbegrip van de besteding van EU-middelen. Het acquis vereist doeltreffende en transparante systemen voor financieel beheer en controle. Administratief vereist het het bestaan van een operationeel en financieel onafhankelijke externe auditorganisatie die de organisatiestructuren met betrekking tot onafhankelijke interne auditsystemen en de kwaliteit van nieuw opgerichte openbare interne financiële controlesystemen zal evalueren. Dit hoofdstuk omvat ook het acquis inzake de bescherming van de financiële belangen van de EU en de bestrijding van fraude in verband met EU-fondsen.

    Hoofdstuk 33 – Financiële en budgettaire bepalingen

    Inhoud van hoofdstuk

    Dit hoofdstuk behandelt de regels met betrekking tot de financiële middelen (eigen middelen) die nodig zijn voor de financiering van de EU-begroting. Deze middelen zijn voornamelijk; bestaat uit douanerechten, landbouwheffingen en suikerbelastingen. Douanebelastingen zijn afgeleid van de toepassing van de EU-douanewetgeving en landbouwbelastingen van de implementatie van de regels van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op de invoer van landbouwproducten uit derde landen. De lidstaten zamelen deze middelen namens de EU in. Daarnaast vindt u in dit hoofdstuk ook de bijdragen van de lidstaten op basis van traditionele eigen middelen berekend op basis van de belasting over de toegevoegde waarde en het bruto nationaal inkomen.

    Hoofdstuk 34 - Instellingen

    Inhoud van hoofdstuk

    De vertegenwoordigingspercentages van de kandidaat-lidstaat in EU-instellingen zoals de Commissie, de Raad of het Parlement worden vastgesteld. Het komt aan het einde van de onderhandelingen aan de orde. Het is een hoofdstuk zonder screeningvergadering, aangezien er geen harmonisatie van de wetgeving vereist is.

    Hoofdstuk 35 – Overige kwesties

    Inhoud van hoofdstuk

    Kwesties die niet onder hoofdstuk 33 van dit hoofdstuk vallen (bijvoorbeeld op grond van welk protocol de kandidaat-lidstaat zal profiteren van de Europese Ontwikkelingsfondsen, de betalingen die aan de Europese Centrale Bank moeten worden gedaan, hoe de kandidaat-lidstaat zal profiteren van waarborgen, pretoetredingssteun fondsen en structuurfondsen, voor hoeveel jaar, of unilaterale verklaringen) kunnen plaatsvinden. Voorbeeld: de verklaring van Malta dat zijn toetreding tot het gemeenschappelijk buitenlands veiligheids- en defensiebeleid van de EU zijn neutraliteit niet in gevaar brengt. Het is een hoofdstuk zonder screeningvergadering, aangezien er geen harmonisatie van de wetgeving vereist is.

    eu toetredingsonderhandelingen