DE RAAD VAN EUROPA EN JEUGDRECHTEN

Introductie

Mensenrechten, democratie en de rechtsstaat vormen de drie belangrijkste aandachtsgebieden van de Raad van Europa (RvE). De CoE werd in 1949 opgericht na de wreedheden van het begin van de 20e eeuw en verenigt vandaag 47 lidstaten met een gecombineerde bevolking van meer dan 800 miljoen burgers.

De twee belangrijkste mensenrechten instrumenten van de Raad van Europa zijn het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Sociaal Handvest. Bovendien doet een van de twee statutaire organen van de Raad van Europa, het Comité van Ministers, aanbevelingen aan de lidstaten over specifieke kwesties. In deze paragraaf wordt vooral op deze aspecten ingegaan.

Jongerenrechten stonden de afgelopen jaren op de politieke agenda van de Raad van Europa, met name via een reeks communicatie tussen de twee statutaire organen, de Parlementaire Vergadering (PACE) en het Comité van Ministers (CM). De Parlementaire Vergadering brengt nationale parlementsleden uit alle lidstaten samen, die vier keer per jaar in Straatsburg bijeenkomen. Het Comité van Ministers is het besluitvormende orgaan van de Raad van Europa en bestaat uit de ministers van Buitenlandse Zaken van alle lidstaten of hun vertegenwoordigers. De oproep van de Parlementaire Vergadering voor een kaderverdrag inzake de rechten van jongeren in 2011 en de daaropvolgende oproep tot een ombudspersoon voor de rechten van jongeren in 2013 kregen geen positieve reacties van het Comité van Ministers. Het Comité van Ministers heeft echter de opstelling van een aanbeveling over de toegang van jongeren tot rechten gesteund.

Jongeren in de werkstructuur van de Raad van Europa

Jeugd is ook een prominent onderdeel van de besluitvormings- en werkstructuur van de Raad van Europa, via de Joint Council on Youth en de Youth Department. De Joint Council on Youth brengt vertegenwoordigers van regeringen en jongeren samen in een medebeslissings mechanisme dat zich bezighoudt met onderwerpen en beleid die jongeren rechtstreeks raken. De jongerenvertegenwoordigers vormen de Adviesraad Jeugd, die de belangen van jongeren behartigt door middel van een medezeggenschapsstructuur. De Adviesraad heeft de afgelopen jaren prioriteit gegeven aan de rechten van jongeren en de toegang tot rechten, mede-opstellend en krachtig pleitend voor de aanbeveling van het Comité van Ministers over de toegang van jongeren tot rechten.

De Jeugdafdeling van de Raad van Europa is verantwoordelijk voor het ontwikkelen van richtlijnen, programma's en juridische instrumenten voor een beter jeugdbeleid, terwijl het ook internationale jeugdactiviteiten ondersteunt die burgerschap, mobiliteit, mensenrechten, democratie en cultureel pluralisme onder jongeren bevorderen.

De Commissaris voor de Mensenrechten bevordert mensenrechten en geeft advies over de bescherming ervan in heel Europa. Dit wordt bereikt door bezoeken aan landen en dialoog met nationale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld, thematische rapportage over de uitvoering van mensenrechten en bewustmakingsactiviteiten. Rapporten en documentatie per land zijn beschikbaar op de website van de Raad van Europa. Aangezien bezoeken aan het land het maatschappelijk middenveld de mogelijkheid bieden om hun bezorgdheid te uiten, zou het een extra mogelijkheid kunnen zijn om vóór een bezoek aan uw land contact op te nemen met de commissaris om een ​​ontmoeting te regelen, om zorgen met betrekking tot de rechten van jongeren aan de orde te stellen.

Tot slot benadrukte de secretaris-generaal van de Raad van Europa in zijn laatste jaarverslag het gebrek aan controlemechanismen om de uitvoering van nationaal jeugdbeleid te beoordelen, evenals het feit dat jeugdstructuren niet worden erkend als gelijkwaardige partners in de besluitvorming.

[7] State of Democracy, Human Rights and the Rule of Law, rapport van de secretaris-generaal van de Raad van Europa, 2016. Beschikbaar hier (geraadpleegd op 07/11/2016).

Aanbevelingen van het Comité van Ministers

Aanbevelingen van het Comité van Ministers zijn niet juridisch bindend voor de lidstaten. Ze geven echter uitdrukking aan de erkenning van specifieke problemen en een algemene toezegging om deze aan te pakken, en bieden de staten richtlijnen over hoe ze dit moeten doen. Hoewel er geen formeel toezicht op de uitvoering is vanwege het niet-bindende karakter, kan het Comité van Ministers de lidstaten vragen informatie te verstrekken over de maatregelen die zij hebben genomen om een ​​aanbeveling uit te voeren. Bovendien dienen dergelijke aanbevelingen als een nuttig advocacy-instrument voor het maatschappelijk middenveld om de aandacht te trekken en overheidsacties op dit gebied aan te moedigen.

Het Comité van Ministers heeft twee aanbevelingen aangenomen die specifiek betrekking hebben op jongeren en hun toegang tot rechten.

 Recommendation CM/Rec(2015)3 over de toegang van jongeren uit achterstandswijken tot sociale rechten

De aanbeveling roept op tot beleid ter voorkoming en uitbanning van armoede, discriminatie, geweld en uitsluiting waarmee jongeren uit achterstandswijken worden geconfronteerd. De aanbeveling roept verder op tot verbetering van de levensomstandigheden door onder meer te zorgen voor toegang tot onderwijs en opleiding, werkgelegenheid, adequate en betaalbare huisvesting en hoogwaardige gezondheidszorg.

Recommendation CM/Rec(2016)7 over de toegang van jongeren tot rechten, vergezeld van een Explanatory Memorandum

De aanbeveling is breed opgezet en heeft betrekking op burgerrechten, politieke, economische, sociale en culturele rechten. Het biedt richtlijnen aan staten voor het verbeteren van de toegang tot onderwijs, autonomie en sociale inclusie van jongeren, mobiliteit, actief burgerschap, democratie en participatie, samenleven in diverse samenlevingen, toegang tot informatie en bescherming, evenals toegang tot gezondheidsdiensten. Het Comité van Ministers stemde ermee in om de follow-up door staten vijf jaar na de goedkeuring van de aanbeveling te onderzoeken. Het is daarom een ​​waardevol instrument dat jongerenorganisaties kan ondersteunen bij het bevorderen van jongerenrechten tussen 2016 en 2021.

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens

Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) richt zich op burgerrechten en politieke rechten en is geratificeerd door alle lidstaten van de Raad van Europa. De rechten en vrijheden die in het Verdrag zijn vastgelegd, moeten worden opgenomen in de nationale wetgeving en staan ​​onder toezicht van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM),[8], dat zowel onafhankelijk als sterk is. Bovendien zijn de beslissingen van het EVRM juridisch bindend voor de lidstaten, die beboet kunnen worden voor het overtreden van de bepalingen ervan.

In 2012 heeft het Europees Hof voor de Rechten van de Mens een verzameling relevante jurisprudentie over jongeren tussen 18 en 35 jaar uitgebracht, die vijf gebieden bestrijkt:

•         Toegang tot een professionele carrière

•         Gewetensbezwaren

•         Uitzetting van migranten van de tweede generatie

•         Dwangarbeid

•         Universitaire studies

Per 2016 waren zeventien protocollen opengesteld voor ondertekening. De protocollen wijzigen ofwel het kader van het verdrag en vereisen unanieme ratificatie door de lidstaten om in werking te treden, ofwel breiden de rechten uit die kunnen worden beschermd, waarbij een bepaald aantal staten moet ondertekenen voordat het in werking treedt. Zie voor meer informatie de lijst met protocollen en het schema van handtekeningen en bekrachtigingen.

[8] Ovey, Clare & White, Robin C.A., Jacobs & White, The European Convention on Human Rights (4th ed.), p.18. New York: Oxford UP, 2006.

Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld

Het EVRM kan in theorie worden gebruikt om de rechten van jongeren te bevorderen door middel van strategische procesvoering. Dit is het gebruik van het rechtssysteem en de rechtbanken om een ​​mensenrechtenschending aan de kaak te stellen met als doel juridische verandering teweeg te brengen die uiteindelijk veel mensen zal treffen. Hoewel strategisch procederen zeer effectief kan zijn als het succesvol is, is het ook een zeer langdurig en arbeidsintensief proces. Het vereist gedetailleerd en goed onderbouwd bewijs dat in overeenstemming is met eventuele eisen die de rechtbank in kwestie stelt. Bewijs moet worden ondersteund door gekwalificeerde deskundigen en adviseurs die bereid zijn om bij te dragen aan de zaak. Bovendien vereist het de uitputting van lokale rechtsmiddelen, wat betekent dat een beroep op het EVRM moet volgen na een negatief resultaat bij het hoogste niveau van nationale rechtbanken waartegen geen beroep mogelijk is. Pro-bono juridisch advies wordt vaak gratis verstrekt aan NGO's. Dit kan echter niet volledig in de plaats komen van bepaalde juridische kosten die vaak moeilijk te voorspellen zijn. Of de uitkomst van een rechtszaak nu de gewenste is of niet, het schept een precedent voor de kans dat soortgelijke zaken in de toekomst slagen. Gezien het bovenstaande zal het EVRM niet verder in overweging worden genomen voor de doeleinden van deze tool, maar het kan altijd worden gebruikt als een belangrijk referentiepunt tijdens belangenbehartiging.

Het Europees Sociaal Handvest

Het Europees Sociaal Handvest (ESC) vormt een aanvulling op het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en richt zich op sociale en economische rechten. Het ESC heeft met name betrekking op werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden, huisvesting, onderwijs, gezondheidszorg, medische hulp en sociale bescherming. De oorspronkelijke versie dateert van 1961, maar werd in 1996 herzien. Hoewel de twee versies naast elkaar bestaan, zal deze, zodra alle lidstaten de herziene versie hebben geratificeerd, de oorspronkelijke vervangen. Een lijst met handtekeningen en ratificaties van het originele en herziene ESC is hier beschikbaar. In tegenstelling tot het EVRM, dat als geheel bindend is voor de lidstaten, is het ESC gebaseerd op een ratificatie systeem waarbij staten kunnen kiezen welke bepalingen zij als bindende wettelijke verplichtingen aanvaarden. Ze moeten echter een bepaald minimum accepteren. Details over geaccepteerde bepalingen per land zijn hier beschikbaar.

Het Europees Comité voor Sociale Rechten (ECSR) is verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van het ESC. Dit gebeurt via twee procedures: rapportage door de lidstaten en behandeling van collectieve klachten die naar de commissie zijn gestuurd. Deze twee procedures worden hieronder achtereenvolgens beschreven.

Collectieve klachten

In 1995 werd een protocol aangenomen dat Collectieve Klachten toestaat. Dit stelt bepaalde organisaties in staat hun bezorgdheid te uiten wanneer de wet of praktijk van een land in strijd is met een van de bepalingen van het Handvest. De betrokken staat moet de betrokken bepaling echter hebben aanvaard. Sinds 2016 hebben slechts 15 landen het Collectieve Klachtenprotocol geaccepteerd. Organisaties die klachten kunnen indienen zijn nationale of internationale organisaties van werkgevers en vakbonden, evenals internationale NGO's die een participatieve status hebben bij de Raad van Europa en bevoegd zijn om klachten in te dienen. Terwijl individuele landen representatieve ngo's binnen hun rechtsgebied het recht kunnen verlenen om klachten tegen hen in te dienen, heeft sinds 2016 alleen Finland dit gedaan.

Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld

Zoals de naam al doet vermoeden, kunnen collectieve klachten niet gebaseerd zijn op een individueel geval, maar moeten ze bredere systemische problemen aanpakken. Er is geen vereiste om lokale rechtsmiddelen uit te putten. Nadat een klacht is ingediend, wordt eerst gekeken naar de ontvankelijkheid ervan en of deze aan een aantal criteria voldoet. Indien de klacht ontvankelijk wordt geacht, wordt vervolgens onderzocht of de staat de ESC niet heeft nageleefd. Indien wordt vastgesteld dat de Staat in strijd is met het ESC, wordt de Staat verzocht het Comité van Ministers (CM) op de hoogte te stellen van zijn geplande maatregelen om conformiteit in wet en praktijk te bereiken. De CM kan bij gewone meerderheid van stemmen een resolutie aannemen om rekening te houden met het verklaarde voornemen van een staat om de situatie in overeenstemming te brengen. Als er geen reactie van de staat komt, kan de CM een aanbeveling aannemen met een tweederdemeerderheid. Hoewel staten ECSR-beslissingen moeten respecteren, zijn ze niet afdwingbaar in het nationale rechtssysteem, wat betekent dat ze niet hetzelfde gewicht hebben als rechterlijke beslissingen, bijvoorbeeld. Meer informatie over de procedure voor Collectieve Klachten vindt u hier en hieronder vindt u een vereenvoudigd overzicht van de procedure nadat een klacht is ingediend.

Overzicht van de Collectieve Klachtenprocedure na het indienen van een klacht

1. Collectieve klacht ingediend

2. ECSR beoordeelt klacht ontvankelijkheid

Indien niet ontvankelijk: geen verdere actie

3. Indien ontvankelijk: ECSR beoordeelt de gegrondheid van de klacht

Als er geen schending van de ESC is: geen verdere actie

4. Als er sprake is van een schending van de ESC: Staat moet CM op de hoogte stellen van geplande maatregelen om de situatie recht te zetten

Indien geen mededeling van Staat: CM kan Aanbeveling aannemen (2/3 meerderheid vereist)

5. Indien Staat meldt: CM kan resolutie aannemen rekening houdend met verklaarde intentie (gewone meerderheid)

Rapportage

De lidstaten dienen regelmatig verslagen in bij het Europees Comité voor sociale rechten. Via de rapporten beschrijven staten hun voortgang bij de uitvoering van het Handvest. Op basis van deze rapporten komt het ECSR tot conclusies over de vraag of de situatie al dan niet in overeenstemming is met het ESC.

Net als besluiten over collectieve klachten, zetten de ECSR-conclusies de wet uiteen, maar zijn ze niet bindend voor de staat; nationale autoriteiten moeten de conclusies van het ECSR eerder effect geven op nationaal recht. Het Comité van Ministers ontvangt de conclusies van het ECSR en neemt een resolutie aan die individuele aanbevelingen kan bevatten aan staten die partij zijn, maar waarvoor een tweederde meerderheid nodig is om te worden goedgekeurd. Als een staat geen actie onderneemt om zijn wetgeving en/of praktijk in overeenstemming te brengen met het ESC, kan het Comité van Ministers een aanbeveling doen, maar daarvoor is opnieuw een tweederdemeerderheid vereist. De ECSR-conclusies zijn hier beschikbaar in de online database van het ESC.

De artikelen en bepalingen van het ESC zijn onderverdeeld in vier thematische groepen. Staten die de Collectieve Klachtenregeling niet hebben geaccepteerd, rapporteren jaarlijks over een van de vier themagroepen. De vier verschillende groepen en hun respectievelijke artikelen worden gedetailleerd beschreven in Tabel 2.

GROUPS

ARTICLES

Group 1: employment, training and equal opportunities

1, 9, 10, 15, 18, 20, 24, 25

Group 2: health, social security and social protection

3, 11, 12, 13, 14, 23, 30

Group 3: Labour rights

2, 4, 5, 6, 21, 22, 26, 28, 29

Group 4: Children, families, migrants

7, 8, 16, 17, 19, 27, 31

Staten die het protocol Collectieve Klachten hebben geaccepteerd, hanteren een eenvoudigere rapportage methode waarbij zij elke twee jaar een vereenvoudigde rapportage indienen. Staten in deze categorie zijn opgesplitst in twee groepen om overbelasting van het ESCR te voorkomen, en zijn onderverdeeld zoals beschreven in tabel 3. Tabel 4 schetst de rapportage tijdlijn voor staten.

Tabel 3: Staten die de Collectieve Klachtenprocedure hebben geaccepteerd en onderworpen zijn aan vereenvoudigde rapportage.

Group A

France, Greece, Portugal, Italy, Belgium, Bulgaria, Ireland, Finland

Group B

Netherlands, Sweden, Croatia, Norway, Slovenia, Cyprus, Czech Republic


01/01/2011- 31/12/2014

Group 1 Employment, training and equal opportunities (Articles 1, 9, 10, 15, 18, 20, 24, 25)

31/10/2015

All States except the ones from group B

States from Group B

Dec. 2016

01/01/2012- 31/12/2015

Group 2: Health, social security and social protection (Articles 3, 11, 12, 13, 14, 23, 30)

31/10/2016

All States except the ones from group B

States from Group B

Dec. 2017

01/01/2013- 31/12/2016

Group 3 Labour rights (Articles 2, 4, 5, 6, 21, 22, 26, 28, 29)

31/10/2017

All States except the ones from group A

States from Group A

Dec. 2018

01/01/2014- 31/12/2017

Group 4 Children, family, migrants (Articles 7, 8, 16, 17, 19, 27, 31)

31/10/2018

All States except the ones from group B

States from Group B

Dec. 2019

01/01/2015- 31/12/2018

Group 1 Employment, training and equal opportunities (Articles 1, 9, 10, 15, 18, 20, 24, 25)

31/10/2019

All States except the ones from group A

States from Group A

Dec. 2020


 Betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld

Hoewel het Europees Sociaal Handvest een zwakker instrument is dan het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, heeft het wel het potentieel om de rechten van jongeren te beschermen, vooral gezien de nadruk op sociale en economische rechten. Het Europees Jeugdforum gaat in samenwerking met zijn lidorganisaties aan de slag met de Collectieve Klachtenprocedure. Jongerenorganisaties kunnen aan de slag met het Europees Sociaal Handvest.

•         Geef aan of uw land het ESC of het herziene ESC heeft geratificeerd.

•         Identificeer welke artikelen en paragrafen het land als wettelijk bindend heeft aanvaard, om te beoordelen of ze al dan niet relevant zijn om belangrijke problemen met betrekking tot de rechten van jongeren aan te pakken.

•         Om met de jaarverslaglegging om te gaan, is het raadzaam om de rapportage tijdlijn van het land te identificeren voor de verschillende bepalingen die het heeft aanvaard.

•         Ontwikkel een tijdlijn of strategie om een ​​rapport in te dienen bij het Europees Comité voor Sociale Rechten. Hoewel er geen formeel systeem is voor de deelname van NGO's aan rapportage, kunnen maatschappelijke organisaties informatie verstrekken aan het ECSR door aan te geven hoe de staat de bepalingen van het Handvest niet naleeft. Meldingen moeten worden ingediend bij [email protected].

ACTIEPUNTEN: Bevordering van jeugdrechten via het mensen rechten systeem van de Raad van Europa

Identificeer het volgende:

1. Of het land* het originele of het herziene Europees Sociaal Handvest heeft geratificeerd.

2. Welke bepalingen van het Europees Sociaal Handvest het land heeft aanvaard.

3. Of het land de Collectieve Klachtenprocedure heeft geaccepteerd.

4. Wanneer het land rapporteert over de artikelen die voor uw organisatie van belang zijn (zie Tabel 4).

5. Of uw regering op de hoogte is van de aanbeveling van het Comité van Ministers over de toegang van jongeren tot rechten, door contact op te nemen met het relevante ministerie (bijv. Buitenlandse Zaken). Zo ja, wat doet zij om de aanbeveling uit te voeren?

*   Opmerking: Internationale jongeren-NGO's kunnen ook samenwerken met hun nationale leden om aan dergelijk werk deel te nemen

JEUGDRECHTEN OP EU- EN NATIONAAL NIVEAU

Invoering

In deze paragraaf wordt ingegaan op enkele bepalingen die op nationaal niveau bestaan ​​als gevolg van EU- of internationale verplichtingen en die nuttig kunnen zijn voor jongerenorganisaties of jongeren bij het bevorderen van hun mensenrechten.

Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie en het Handvest van de grondrechten van de EU verbieden beide expliciet discriminatie op grond van leeftijd. Het Handvest is juridisch bindend voor zowel de EU-instellingen als de lidstaten wanneer zij de Europese wetgeving op nationaal niveau uitvoeren. Het Handvest kan worden gebruikt om ervoor te zorgen dat de Europese wetgeving in overeenstemming is met bepaalde aspecten van jeugdrechten[9].

De EU heeft ook een reeks antidiscriminatie wetgeving in de vorm van richtlijnen, die juridisch bindend zijn voor de lidstaten.

•         Employment Equality Directive (2000/78/EC), die gelijke behandeling bevordert op grond van godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd of seksuele geaardheid in werk en beroep.

•         Race Equality Directive (2000/43/EC), die discriminatie op grond van ras of etnische afkomst verbiedt op de arbeidsmarkt, onderwijs, sociale bescherming (inclusief sociale zekerheid en gezondheidszorg), sociale voordelen, toegang tot en levering van goederen en diensten (inclusief huisvesting), en lidmaatschap van en betrokkenheid bij een organisatie van werknemers of werkgevers.

•          Directives 2004/113/EC and 2006/54/EC, die een kader bieden voor gelijke behandeling van mannen en vrouwen bij respectievelijk de toegang tot en het aanbod van goederen en diensten en op het gebied van werkgelegenheid en beroep.

Tabel 5: Overzicht van bescherming tegen discriminatie op basis van EU-recht.

GROUNDS OF DISCRIMINATION

EMPLOYMENT & OCCUPATION

EDUCATION

SOCIAL PROTECTION

MAL VEYA HİZMET TEMİNİNE ERİŞİM

Racial or ethnic origin

Yes

Yes

Yes

 Evet

Sex

Yes

No

No

Evet

Age

Yes

No

No

Hayır

Religion or belief

Yes

No

No

Hayır

Disability

Yes

No

No

Hayır

Sexual orientation

Yes

No

No

Hayır


Verdere uitbreiding van de bescherming tegen discriminatie over alle levensgebieden en op basis van meer gronden blijft een prioriteit voor het maatschappelijk middenveld. De vooruitgang op EU-niveau verloopt echter traag als gevolg van weerstand en gebrek aan inzet van de lidstaten. Desalniettemin is de nationale wetgeving in een aantal EU-landen uitgebreider dan waarin de EU-wetgeving voorziet.

Gelijkheidsorganen

Krachtens het EU-recht zijn de lidstaten verplicht om organen voor gelijke behandeling op te richten die toezicht houden op en verslag uitbrengen over discriminatie kwesties, slachtoffers van discriminatie bijstaan ​​en gelijkheid bevorderen. De gronden en terreinen van discriminatie waaraan een orgaan voor gelijke behandeling kan werken, verschillen van land tot land, evenals de functies en procesbevoegdheden van de organen voor gelijkheid. Het Europese netwerk van instanties voor gelijke behandeling (Equinet) heeft een overzicht ontwikkeld van elke instantie voor gelijke behandeling per land, dat here beschikbaar is. Voor een overzicht van mandaten op gronden en terreinen van discriminatie, bezoek de pagina here

De onafhankelijke bijstand van instanties voor gelijke behandeling kan een verscheidenheid aan activiteiten omvatten, waaronder:

•         Het verstrekken van informatie over het bestaan ​​van antidiscriminatie wetten en over de mogelijkheid om juridische stappen te ondernemen om rechtsmiddel of compensatie te zoeken voor een daad van discriminatie;

•         Het verstrekken van informatie over het bestaan ​​van antidiscriminatie wetten en over de mogelijkheid om juridische stappen te ondernemen om rechtsmiddel of compensatie te zoeken voor een daad van discriminatie;

•         Het helpen van mensen die discriminatie ervaren om tot een minnelijke schikking/onderling akkoord (mediation) te komen met de vermeende daders;

•         Juridisch advies geven en voor de rechtbanken vertegenwoordigen van mensen die zijn gediscrimineerd;

•         Optreden als onpartijdig adviseur of derde interveniënt;

•         Het onderzoeken en behandelen van discriminatie klachten als een quasi-rechterlijke instantie en het beslissen over de grond van de zaak, hetzij met een juridisch bindende of een juridisch niet-bindende beslissing.

Het Bureau voor de grondrechten van de EU bestaat sinds 2007 en heeft het mandaat om gegevens over grondrechten te verzamelen en te analyseren. Het Agentschap biedt geen directe ondersteuning aan individuen. Het ontwikkelt echter een interactief instrument dat EU-burgers doorverwijst naar de relevante nationale instanties als zij vinden dat hun grondrechten zijn geschonden. Een bètaversie van de Clarity-tool is beschikbaar op: https://fra.europa.eu/clarity/en/tool

VIDEO: https://youtu.be/bvV7ICXyw8o

Nationale mensenrechteninstellingen

Naast de organen voor gelijke behandeling die in alle EU- en sommige niet-EU-landen bestaan, worden VN-lidstaten aangemoedigd om nationale mensenrechten instellingen (NHRI's) te hebben. NHRI's zijn door de staat gemandateerde instanties die onafhankelijk zijn van de overheid en verantwoordelijk zijn voor de bescherming en bevordering van de mensenrechten op nationaal niveau. NHRI's hebben verschillende functies, waaronder het monitoren van de mensenrechtensituatie ter plaatse en het rapporteren aan internationale toezichthoudende instanties. Bovendien bieden NHRI's ondersteuning aan individuen en zorgen ze ervoor dat nationale wetten worden nageleefd met internationale mensenrechtennormen.

NHRI's vormen een nuttige schakel tussen maatschappelijke organisaties en de staat, maar ook tussen de nationale en internationale arena. Een lijst met NHRI's per land is h here. beschikbaar.

ACTIEPUNTEN: Bevordering van de rechten van jongeren op Europees en nationaal niveau

Identificeer het volgende:

•         Welke gronden van discriminatie worden beschermd en op welke terreinen van het leven, door de nationale wetgeving.

•         Of het land een orgaan voor equality body, heeft, wat zijn mandate is en welke functions het vervult.

•         Of het land een National Human Rights Institution heeft en wat de belangrijkste activiteiten zijn.

•         Raadpleeg de Clarity tool van het Bureau voor de grondrechten voor individuele gevallen in EU-lidstaten.

youth rights